Lastig hè op dit moment…
Nederland lijkt ‘overspoeld’ te worden met mensen van buiten… In veel steden en dorpen is inmiddels een azc of noodopvang. Hier in Zaanstad ook. Niet meer verstopt op ‘het industrieterrein’, waar je ‘er’ niet mee geconfronteerd wordt, maar midden in de stad in een groot tentenkamp. En als je daar langsrijdt, loopt of fietst is het beeld compleet anders dan voorheen. Niet meer het normale standaardbeeld van een keurig aangelegd stadspark en lege straten waar men ‘s morgens in de auto stapt om naar het werk te gaan, en ‘s avonds weer uitstapt en de deur achter zich dichtdoet. Nee, een compleet ander beeld… In het park staan nu grote lelijke witte tenten met hekken eromheen en aan de andere kant van de straat staan mensen. Voornamelijk mannen, in groepjes, en die mannen kijken… Donkere mannen, met donkere ogen, rokend, een telefoon in de aanslag en een plastic bekertje koffie in de hand. Een straat vol met mensen die weinig om handen hebben, en gretig gebruik maken van de twee (!!) uurtjes per dag waarop bij God’s gratie de kerk tegenover het kamp geopend is voor de bewoners van het kamp. Zodat ze zich even kunnen warmen aan een kop koffie, Nederlandse les kunnen volgen of gewoon even een praatje kunnen maken. Een totaal ander beeld dan anders, een beeld waar veel mensen aan moeten wennen…
Bij dat beeld komen gedachten. Gedachten over die mannen, die misschien wel anders zijn, met andere normen en waarden, gelovend in een god die niet de onze is. Gedachten over de reden waarom ze hier zijn. Over wie wel mag vluchten en wie niet, en wie niet mag vluchten maar het wel doet is gelukszoeker en gelukszoekers brengen ongeluk want daar hebben we geen plaats voor hier in ons kleine landje. En gedachten over mannen die vrouwen zien als ondergeschikt. En deze mannen zouden weleens slechte bedoelingen kunnen hebben, niet alleen met vrouwen maar met ons hele land. De gebeurtenissen in Keulen en Zweden bevestigen de gedachten en het plaatje is klaar… Of het plaatje ook compleet is, is voor mij de vraag – hoe het precies in elkaar steekt zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. (Ik kan in dit verband nog steeds de kleine quote in de krant vandeweek over het ontstaan van de rellen in Egypte in 2012 op het Tahrirplein niet loslaten. Het vermoeden bestaat dat mensen betaald zouden zijn om rellen te laten ontstaan en vrouwen aan te randen)… Ik ontken de gebeurtenissen niet, en ik ontken ook het andere beeld niet. Sterker nog, ook ik moest wennen aan het nieuwe straatbeeld en de eerste keer dat ik langs een noodopvang liep kreeg ik ook de kriebels en een onbestemd gevoel. Dat is niet vreemd, want het is ‘anders’ en ‘anders’ daar moeten (en mogen) we aan wennen.
Omdat ik reuze nieuwsgierig was (goh…), ben ik toen het kamp in Zaandam net bewoond was bij de kerk langsgegaan en heb ik met een aantal mensen gesproken, kort maar krachtig. Met diep respect werd ik bedankt voor de opvang… waarna ik me ongemakkelijk voelde want ik kwam in feite alleen even gluren. Daarna heb ik een rondje om het tentenkamp in het park gelopen en kwam een groep jongens en meiden tegen die daar altijd al kwamen en nu dus nog steeds. Eén van de meiden was op dat moment een bewoner van het kamp aan het knippen en scheren. Ze is kapster, dus als ze daar toch staat kon ze net zo goed haar schaar en scheermes meenemen en op die manier haar bijdrage leveren. Een andere bewoner zat midden in een geanimeerd gesprek met de jongens in de groep en maakte het universele gebaar voor seks… – ‘tja mannen en hun behoeftes’… ze zijn ook overal hetzelfde…
Later ben ik nog eens langs geweest om wat kleding te brengen. Ivm een acuut tekort aan warme kleding gingen de truien niet op een stapel naar achter om later uitgedeeld te worden, maar riep een vrijwilligster wat bewoners bij elkaar die direct een keuze konden maken van de kleding vanuit de achterbak van mijn auto. De truien vonden gretig aftrek net als de warme regenjas van mijn vriend Kees (hij draagt ‘m nooit dus dan kan ik ‘m net zo goed weggeven)… Alleen bij zijn slobberige oude winterjas werd even getwijfeld, dat snap ik… Kees mocht ‘m van mij allang niet meer aan… Uiteindelijk nam iemand ‘m toch mee na een strenge blik van de vrijwilligster… En wederom werd ik zeer hartelijk en oprecht bedankt.
Wat me opviel in de twee keer dat ik daar langs ben geweest en in de verhalen die ik lees en hoor van betrokken vrijwilligers is… ‘dat het eigenlijk net mensen zijn’…. Mensen met behoeftes, net als wij. De behoefte om iets te doen, om nuttig te zijn, om iets om handen te hebben, om de verveling tegen te gaan. Mensen die eigenwaarde hebben – net als wij – en zich vreselijk voelen omdat ze op te grote of te kleine kapotte schoenen lopen en kleding van anderen moeten aannemen omdat ze anders niets hebben (en liever óók niet in een slobberjas lopen). Mensen die niet constant met het geloof bezig zijn en dat aan anderen opleggen, maar net als ons huilen als hun land verliest… met voetbal… en oprecht hopen dat nu de Asian cup niets is geworden ze in 2018 wel mee mogen doen met het WK….
Echt waar… het zijn net mensen… maar dan wel mensen uit een land dat in puin ligt door een harde oorlog die nooit te winnen is…