‘Wie had er eigenlijk luizen’? Vraagt het meest favoriete meisje uit de klas met een vies gezicht als ik haar haren doorspit op zoek naar een eventuele besmetting. ‘Was ‘t ‘Z’, zij is ziek?’. ‘Ik heb geen idee’, zeg ik naar waarheid. ‘En als ik het geweten had, zou ik het je niet vertellen’. ‘Hoe weten jullie dan dat er iemand in de klas luizen heeft’. ‘Waarom wil je zo graag weten wie het was?’. Omdat ik het vies vind en ik dan niet meer bij die persoon in de buurt kom. ‘Degene die het had is inmiddels behandeld, die heeft ze niet meer. We kijken nu of er misschien nog meer kinderen luizen hebben. En weet je’, zeg ik terwijl ik met mijn vingers door haar haar ga om het weer een beetje te fatsoeneren, ‘luizen houden het meest van dit soort mooie schone lange haren zoals jij hebt. Daar kunnen ze zich lekker in verstoppen’. Ze heeft geen luizen… helaas.
– Ook geen ‘voeding’ geven tot pesten –
(Enne luizen zijn niet vies, die zitten juist het liefst op de meest schone hoofden… Niemand hoeft zich te schamen. Luizen zijn wel lastig. Goed behandelen met anti-luizen shampoo (2x) en tussen de twee beurten in elke dag kammen… Je hoeft niet het hele huis op z’n kop te zetten en alles te wassen. Luizen overleven niet lang als ze niet op een hoofd zitten. Preventieve middelen werken niet, mayonaise werkt ook niet, net zo min als olijfolie of insmeren met haarconditioner oid. En haren afknippen is vooral een beetje sneu voor het kind!)
#weektegenpesten – luizen zijn ook al geen reden om te pesten…