‘Dat komt omdat je vroeger zelf gepest bent…’.
En dood is het gesprek… Geen enkel argument wordt nog serieus genomen. Er wordt niet meer geluisterd. Daar zit je dan met tranen in je ogen. Tranen, omdat je al je moed bij elkaar verzameld hebt om je zoon of dochter, die elke ochtend met buikpijn naar school gaat vanwege het pesten te helpen. Maar ook tranen in je ogen, omdat het je inderdaad herinnert aan de tijd dat jijzelf gepest werd. Je weet maar al te goed wat pesten met een mens doet en wilt niet dat jouw kind dat ook overkomt. Met één simpele uitspraak wordt je de mond gesnoerd. Met één veeg worden alle voorbeelden van tafel geveegd. ‘Het pesten is er niet, je maakt het te groot’. Er is één grote hoofdverklaring… Jij bent vroeger gepest en daardoor lijkt voor jou de situatie veel heftiger dan het daadwerkelijk is. Wat er gebeurt is geen pesten, echt niet, het ligt aan jezelf. Twijfels schieten door je hoofd, je weet niet meer wat te zeggen… het gesprek is voorbij. Onverrichter zaken keer je terug naar huis… Je krijgt nog net geen telefoonnummer van de plaatselijke psycholoog in je handen gedrukt…
Hoe noem je dat ook alweer? Psychologie van de koude grond. En een makkelijk excuus om vooral weer geen actie te hoeven ondernemen, want er is niets aan de hand, er wordt niet gepest…
Uit gesprekken die ik voer met ouders van verschillende scholen blijkt dat dit soort ‘oneliners’ tot op de dag van vandaag voorkomen. Met als gevolg dat ouders zich weggezet voelen als zeurpiet en niet eens meer voor hun kind durven op te komen. Een enkeling blijft ‘vechten’ om evengoed steeds weer tegen een muur aan te lopen.
Ergens misschien logisch, want scholen/leerkrachten/directie zien het daadwerkelijke pesten vaak ook ècht niet. Ze zien en/of horen over incidenten, maar de ‘kleine’ prikjes de hele dag door. Het negeren, het gelispel, het niet mee mogen spelen, de blikken in ogen, de armduwtjes, het op onverklaarbare wijze kwijt zijn van spullen, het najoelen op straat na schooltijd, het opwachten, het achtervolgen, niet uitgenodigd worden op feestjes of voor speelafspraken, dat gebeurt volledig buiten het gezichtsveld van de leerkrachten… (Ook weer logisch, stiekem gedrag wordt uiteraard stiekem uitgevoerd, dat doe je (over het algemeen) niet volledig in het zicht van de leerkracht). De leerkracht/directie ziet het pesten niet en herkent zich dus ook niet in het beeld dat nu geschetst wordt. Wel ziet de leerkracht een ouder met zichtbaar onzeker trekken voor zich verschijnen die zijn of haar verhaal doet. De ouder komt binnen, mag met een beetje pech op een veel te klein schoolstoeltje plaatsnemen en vervolgens zijn emotionele verhaal afsteken. Het is heel goed mogelijk dat de ouder zich dan behoorlijk klein voelt, dat het schoolgebouw gevoelens van vroeger oproept, dat er zelfs tranen vloeien en hij of zij zich weer even voelt als het kleine kind van weleer… De leerkracht daarentegen zit op zijn of haar werk, voelt zich daar prima, volledig in zijn comfort zone. De conclusie is snel getrokken, die ouder die daar voor mij zit is vast zelf gepest vroeger…
Maar hé, ik zie, ik zie wat jij niet ziet… en ik zeg het je nu, dit is wat er gebeurt buiten jouw gezichtsveld. Luister zonder oordeel, toon begrip, wees professioneel, vertrouw, werk samen en geloof de ander. Ontstaat er een goede verbinding tussen de leerkracht en de ouder, krijgt de ouder het gevoel dat hij of zij serieus genomen wordt dan straalt dat vervolgens direct weer uit naar de leerlingen. Zo ontstaat er vertrouwen tussen alle partijen. En vertrouwen in elkaar is een belangrijke voorwaarde voor een veilige klas… Is het vertrouwen vervolgens zo gegroeid dan kan je het wellicht ook eens hebben over het pestverleden van de ouder, maar dan in de zin van ‘de ouder als expert en niet als slachtoffer’.
Belangrijke randvoorwaarden voor een veilige klas:
- Goed contact onderhouden met leerlingen en ouders wo:
- begrip naar elkaar tonen,
- onbevooroordeeld luisteren,
- kwetsbaar durven zijn (emoties mogen),
- elkaar geloven,
- vertrouwen hebben,
- commitment naar elkaar uitspreken.