Mijn tijdlijn loopt al de hele dag en avond vol met overdag de wandelaars, vanavond de ‘midnight runners’ en morgen de ‘echte’ dam tot dam renners…
Ik vind het zo ontzettend knap. Het wandelen zal nog wel gaan, maar komt er om de één of andere reden steeds niet van, maar de run… Zowel de 8 als de 16 km., groot applaus en een diepe buiging voor alle deelnemers.
Ooit als klein meisje hoopte ik dat er een keer een dam-tot-dam-loop op rolschaatsen georganiseerd zou worden, leek me gaaf. Het gebeurde, ik was nog wat afwachtend dus deed niet mee, en we weten allemaal dat het uiteindelijk niet zo’n heel goed idee bleek… (bij de afdaling in de ‘de tunnel’ ging het goed mis).
Elk jaar als de voorbereidingen/trainingen/inschrijvingen beginnen, begint het toch weer een beetje te kriebelen. De dam-tot-dam-loop daar moet je als rechtgeaarde Zaankanter toch een keer aan meegedaan hebben. Als je een beetje ‘binding’ hebt met de streek dan hoort dat bovenaan je bucketlist… Zo geschiedde… in 2001 was het volgens mij, heb ik een poging gewaagd. Samen met collega’s begonnen we al ergens in april te trainen. Met z’n allen 1 of 2x in de week rondje twiske. Keurig met trainingsschema, goed gemotiveerd, en fonkelnieuwe hardloopschoenen (met speciale Ahold korting gekocht bij de plaatselijke runshop) gingen we aan de slag. Bij training vier ging het mis en mocht ik in plaats van elke week trainen drie maanden lang elke week naar de fysiotherapeut… Het was mijn eerste en meteen ook laatste poging.
Een paar jaar geleden begon het toch wel weer iets te kriebelen. Het was een mooie zomerse dam-tot-dam-middag… Samen met de kinderen keken we naar de deinende massa binnenkomende amateurlopers. Heerlijk weer, goede sfeer. Volgend jaar meedoen? Met z’n tweeën. Vriend V. wilde ons wel trainen, met een speciale lichtere manier van rennen (= Chi running). Bijna hadden we onze beslissing gemaakt toen vlak voor ons een renner zich aan het dranghek vastklampte en vervolgens door oververhitting flauw viel. Gelukkig stond de ambulance 10 meter verderop, want deze dappere renner was in vijf minuten tijd de derde die we om zagen vallen… Slecht voorteken… De moed zonk ons in de schoenen. Ter plekke beloofden we elkaar dat we hele goede toeschouwers zijn, ook best belangrijk…
Weet je, ik hoef niet alles te kunnen, ik vind het prima. Mijn bouw en bewegingsapparaat zijn niet op hardlopen ingesteld. Ik weet ‘t ’tis een beperkende overtuiging, maar ik heb er geen last van… Ik ga maar af op de elk jaar weer terugkerende opmerking van mijn liefhebbende man. Je hebt mensen die lopen zo soepel, alsof het rennen vanzelf gaat, mooi en elegant als een hertje. En je hebt er die, zoals jij, lopen als een ‘reetje’…
Er liggen drie startbewijzen klaar… voor de kinderen. Die lopen hun kinderrondje. Respectievelijk 600 en 2.200 meter. Wie weet slaat het een generatie over en staan zij over een paar jaar fit aan de start van de 16,1 km. Ik zal er staan om ze aan te moedigen, op te wachten (en evt. op te vangen…).