‘Pesten hoort er nou eenmaal bij. In elke klas worden wel 2 of 3 kinderen gepest, daar worden ze hard van!’, zei één van de aanwezigen op de informatieavond van school anderhalf jaar geleden toen het niet goed ging in de klas van mijn zoon. Er hing een onveilige sfeer in de klas, en er werd veel gepest. Gemeen en intens. Voor een aantal kinderen was het puur overleven. Pesten of gepest worden. Het vele pesten werd niet erkend of ernstig gebagatelliseerd. Ik snapte zijn reactie. Hij straalde het volledig uit, het keiharde. Zich groot maken, en een harde stem opzetten. Ik vrees dat hij in zijn leven heel wat keren tegen erbij horende pesterijen is aangelopen, (of zelf een pestkop was – het doen van pesten maakt ook hard namelijk). Het gezegde ‘what doesn’t kill you makes you stronger’, kwam in me op en ik twijfelde ook meteen aan de waarheid van dit veelgebruikte gezegde. Of misschien niet zo zeer aan de waarheid, maar of dit ‘harde’ nou echt heel functioneel is en een positieve bijdrage brengt aan je leven…
Aan de botten in mijn voet die ik dit jaar gebroken heb voel ik dat deze dikker zijn geworden en zodoende vast een stuk minder breekbaar en dus sterker zijn. Maar gaat dat ook op voor je ziel? Komt er als er op getrapt wordt een extra dik laagje op? En je hart, als dat breekt, wordt het daarna sterker, breekt het daarna minder snel? Doet een volgende ‘klap’ minder pijn…? In principe wel. Ook je ziel en je hart worden op deze manier door je lichaam beschermt (oftewel door je hersenen). Bij elke volgende klap wordt als het ware een extra laagje beton over je hart gegoten waardoor de volgende klap minder hard aankomt en je uiteindelijk volledig murw wordt. Je overlevingsmechanisme zorgt dat je ongevoelig(er) wordt voor pesterijen en het pesten zodoende op een gegeven moment niet meer aankomt, daardoor minder aantrekkelijk wordt en stopt.
Ons lichaam is uitstekend bewapend en beschermt ons zo goed als het gaat tegen gevaar. Dat is puur instinct en zit al in ons lijf geprogrammeerd sinds de oertijd. Uitgesloten worden uit een groep, dat wat pesten eigenlijk is, is gevaarlijk. Werd je in de oertijd buitengesloten, oftewel buiten de groep gezet, dan was de kans dat je zou overleven nihil. In je eentje overleef je het namelijk zeer waarschijnlijk niet. Zelf eten zoeken, jezelf bewapenen tegen vijanden, jezelf beschermen tegen wilde dieren, in een groep is je overlevingskans vele malen groter dan in je eentje. Dus ons lichaam doet er alles aan om te overleven. Nu kunnen we oog in oog staan met een wild dier niet vergelijken met oog in oog staan met een pester, maar een beetje toch wel. Want door gepest te worden kom je ook buiten de groep te staan, leer je niet te oefenen met sociale vaardigheden, ga je aan jezelf twijfelen, verlies je veel zelfvertrouwen. Het gevaar van depressie of nog erger ligt op de loer… dus een laagje beton over je ziel is op zo’n moment hard nodig…
‘It doesn’t make you stronger, it makes you tougher’…
Maar dat is niet ‘sterker’. Je wordt niet sterker van pesten, ook al lijkt dat soms zo – veel pesters zijn vaak eerst zelf slachtoffer van pesten geweest – en lijken dus sterker geworden, maar zijn dat op zo’n moment natuurlijk niet. Het is puur overlevingsdrang, het juiste woord is dus niet ‘sterker’, maar ‘harder’. En de vraag is of je dat de bedoeling is, of je zo, met dat harde betonlaagje om je hart het beste uit jezelf kunt halen? Net als mijn voet de nodige tijd en oefeningen nodig heeft om weer soepel te worden ondanks de verdikkingen, hebben je hart en ziel eenzelfde hoeveelheid oefeningen nodig om door het beton heen te breken… de littekens blijven.
Het beste is om pesten gewoon te stoppen…